A diploma

Standaard examenprogramma Zwemdiploma A

A1 proef Survival gekleed

Vanaf enige hoogte te water gaan met een voetsprong voorwaarts, na het bovenkomen aansluitend 15 seconden watertrappen, gevolgd door 12,5 meter zwemmen, proef afronden met zelfstandig uit het water op de kant klimmen

A2 proef Onder water oriëntatie

Van de kant te water gaan met een sprong (duiken heeft de voorkeur), gevolgd door (zonder boven te komen) onder water zwemmen door een gat in een verticaal in het water hangend zeil dat zich op 3 meter van de (start-)kant bevindt

A3 proef Conditiezwemmen

25 meter schoolslag, gevolgd door 25 meter enkelvoudige rugslag, gevolgd door 25 meter schoolslag onderbroken door 1 keer voetwaarts richting de bodem zakken, gevolgd door 25 meter enkelvoudige rugslag

A4 proef Borst- en rugcrawl

5 meter borstcrawl, 5 meter rugcrawl

A5 proef Je vertrouwd voelen in het water

Enkele slagen zwemmen op de buik, aansluitend 5 seconden drijven op de buik, aansluitend enkele slagen zwemmen, gevolgd door halve draai naar rugligging, gevolgd door 10 seconden drijven op de rug

A6 proef Boven water oriënteren en verplaatsen

Van de kant te water gaan met een sprong naar keuze, gevolgd door 60 seconden watertrappen met gebruik van armen en benen, waarin 2 keer, al watertrappend, een hele draai om de lengte-as gemaakt wordt

Kledingeisen

Zwemdiploma A

Badkleding, t-shirt (of hemd of blouse) met lange mouwen, lange broek (of jurk of rok) tot de enkels, schoenen